Sinds 2013 biedt het erfrecht de mogelijkheid om een erfenissprong te maken. Alles wat in de erfenis valt, komt dan rechtstreeks toe aan je kleinkinderen. De nieuwe wetgeving kwam er op vraag van heel wat mensen. Trouwen, een huis kopen of bouwen en kinderen krijgen, doe je nu eenmaal meestal op jongere leeftijd. Een erfenis van oma of opa komt op dat moment uiteraard meer van pas. Ieders levensloop ziet er natuurlijk anders uit en je kan ook andere redenen bedenken om een generatie over te slaan bij een erfenis.
Hoe maak je de sprong?
Zo’n sprong maak je het best in samenspraak met de hele familie. Jouw kind kan volledig vrijwillig de nalatenschap van jou als ouder verwerpen. Dat kan door een verklaring van verwerping af te leggen op de griffie van de rechtbank van eerste aanleg van de laatste verblijfplaats van de ouder. Jouw kleinkinderen nemen dan de plaats in als erfgenaam en erven dus rechtstreeks van hun grootouder. Deze erfenissprong gebeurt automatisch.
Voor de wetswijziging konden kleinkinderen geen rechtstreekse aanspraak maken op de erfenis van hun grootouders, ook niet wanneer hun ouders die verworpen hadden. Het verworpen gedeelte van de nalatenschap kwam dan terecht bij de mede-erfgenamen zoals de broers en zussen.