Sociaal verwarmingsfonds

De verwarmingsfactuur neemt een aanzienlijk deel in van het gezinsbudget. Een verwarmd huis is nochtans geen overbodige luxe. Via een verwarmingstoelage van het Sociaal Verwarmingsfonds kan je extra warmte en steun krijgen als je het financieel minder breed hebt.

Het Sociaal Verwarmingsfonds werd in 2004 opgericht om gezinnen met een beperkt inkomen financieel te ondersteunen bij de aankoop van verwarmingsbrandstoffen. Het komt voor een deel tussen in de betaling van de brandstoffactuur van personen die zich in een moeilijke situatie bevinden.
Het is een uitvoerend initiatief van de federale overheid, de OCMW's en de petroleumsector. Het fonds wordt gespijsd via een solidariteitsbijdrage op alle olieproducten die bestemd zijn voor verwarming.

Welke brandstof?

Brandstoffen die in aanmerking komen voor de verwarmingstoelage zijn:

  • huisbrandolie (stookolie/mazout) in bulk voor het vullen van je brandstoftank;
  • huisbrandolie of lamppetroleum (type c) gekocht in kleine hoeveelheden (jerrycans van 5 of 10 liter) aan de pomp;
  • propaangas (petroleumgas) in bulk voor het vullen van je propaangastank.

Aardgas of gas in flessen (propaan- of butaangas), elektriciteit, pellet, hout, steenkool… vallen er dus niet onder. 

Het moet ook steeds gaan over het brandstoftype dat wordt gebruikt om de woning hoofdzakelijk te verwarmen.

Wie heeft er recht op?

Categorie 1: personen met recht op een verhoogde verzekeringstegemoetkoming van de ziekte- en invaliditeitsverzekering (bv. inkomensgarantie voor ouderen) én met een jaarlijks bruto belastbaar gezinsinkomen lager of gelijk aan  18 363,39 euro, verhoogd met 3399,56 euro per persoon ten laste. Een persoon ten laste is een lid van het huishouden met een netto jaarinkomen (zonder de gezinsbijslag en het onderhoudsgeld voor kinderen) dat lager is dan 3140 euro.
 
Er hoeft geen inkomensonderzoek te worden uitgevoerd als het huishouden slechts bestaat uit: 

  • een alleenwonende persoon (met of zonder kinderen ten laste) die geniet van de verhoogde tegemoetkoming
  • gezinsleden die allen genieten van het statuut verhoogde tegemoetkoming. 

Categorie 2: huishoudens met een laag inkomen, d.w.z. huishoudens met een jaarlijks bruto belastbaar inkomen lager of gelijk aan 18 363,39 euro, verhoogd met 3399,56 euro per persoon ten laste. Er wordt hierbij ook rekening gehouden met het niet-geïndexeerde kadastraal inkomen (x 3) van de onroerende goederen buiten de gezinswoning.

Categorie 3: Personen met schuldoverlast, die een schuldbemiddeling of een collectieve schuldenregeling genieten én de verwarmingsfactuur niet kunnen betalen.

Hoeveel bedraagt de toelage?

Per huishouden en per verwarmingsperiode kan er maximaal 1500 liter brandstof in aanmerking genomen worden voor de toekenning van een verwarmingstoelage. 

Voor in grote hoeveelheden geleverde brandstoffen schommelt de toelage tussen 0,14 euro en 0,20 euro per liter. Het bedrag hangt af van de gefactureerde brandstofprijs. Hoe hoger de prijs, hoe hoger de tussenkomst. De maximumtoelage per huishouden is 300 euro. Zodra de op de factuur aangerekende prijs, btw inbegrepen, gelijk is aan of hoger is dan de drempels in de tabel hieronder, wordt de bijdrage als volgt bepaald:  

Prijs per liter  vermeld op factuur  (bedragen in euro)

Bedrag van de toelage  per liter

(bedragen in euro)

Maximumbedrag van de toelage per prijscategorie

(bedragen in euro)

< 1,04

0,14

210

>= 1,04 en< 1,065

0,15

225

>= 1,065 en< 1,09

0,16

240

>= 1,09 en< 1,115

0,17

255

>= 1,115 en< 1,14

0,18

270

>= 1,14 en< 1,165

0,19

285

>= 1,165

0,20

300

Bedragen januari 2018, bekijk www.verwarmingsfonds.be/index.... voor updates

Voor kleine hoeveelheden aan de pomp aangekochte huisbrandolie of verwarmingspetroleum (type c) is er een forfaitaire verwarmingstoelage van 210 euro. Een aankoopbewijs volstaat om recht te hebben op de forfaitaire toelage. De toekenning van een forfaitaire toelage voor brandstof aan de pomp sluit de toekenning van een toelage voor een levering van brandstof in bulk wel uit, en omgekeerd. 
De toelage wordt betaald aan de aanvrager. Maar als je behoort tot categorie 3, dan wordt de toelage rechtstreeks betaald aan de brandstofleverancier.

Waar en wanneer aanvragen?

Indien je recht denkt te hebben op steun van het Sociaal Verwarmingsfonds, moet je contact opnemen met het OCMW van je gemeente binnen de 60 dagen na de levering. Het OCMW zal nagaan of je wel degelijk recht hebt op de toelage. Alleen OCMW's kunnen een beslissing nemen inzake individuele dossiers. Ze doen dat op basis van enkele kenmerken en documenten. Voor meer info over dat onderzoek, klik hier

Je kan de toelage het hele jaar aanvragen. De levering kan tussen 1 januari en 31 december.

Waar vind je het OCMW in jouw buurt?

Hier.

Meer info?

Lees verder op www.verwarmingsfonds.be. Stel je vraag via 0800 90 929 of info@vf-fc.be. Uiteraard kan je ook terecht bij het OCMW in jouw gemeente of stad.