Rijbewijs bij ziekte of handicap

Zelf rijden met een auto, motor- of bromfiets, vrachtwagen of bus, het is niet voor iedereen vanzelfsprekend, bijvoorbeeld voor mensen met een eerder zware vorm van epilepsie, parkinson of diabetes. Ben je chronisch ziek, invalide of heb je een handicap? In dat geval moet je rijbewijs vaak aan je situatie aangepast worden.

Rijgeschiktheid

Om rijgeschikt te zijn mag je geen aandoeningen of afwijkingen hebben die de veiligheid in het gedrang brengen. Verminderde functionele vaardigheden, die je rijgeschiktheid kunnen beïnvloeden, kunnen het gevolg zijn van:

  • een aantasting van de botten, gewrichten, pezen en spieren (bv. artrose, spierziekte, amputatie…);
  • een aandoening van de hersenen, ruggenmerg, zenuwen (bv. alzheimer, beroerte, parkinson...);
  • elke andere aandoening, waardoor een beperking ontstaat van de controle van bewegingen, de waarnemingen, het gedrag en het beoordelingsvermogen, een vermindering van het gezichtsveld… (bv. verhoogde kans op hypoglycemie door diabetes, niet kunnen concentreren, geen afstanden kunnen inschatten…).

Aangepast rijbewijs

Niet elke handicap of chronische ziekte maakt dat je niet meer met een voertuig kan rijden. Als je rijvaardigheden afnemen, mag je wel niet zomaar met een gemotoriseerd voertuig op de openbare weg rijden. Dan heb je nood aan een aangepast rijbewijs. Zonder aanpassing riskeer je immers een boete en problemen met de verzekering. Rijden met een niet-aangepast rijbewijs betekent namelijk hetzelfde als rijden zonder geldig rijbewijs! Als je twijfels hebt over je rijgeschiktheid, neem dan best zo snel mogelijk contact op met je huisarts of specialist.
Voor de aanmaak van een aangepast rijbewijs heb je een rijgeschiktheidsattest nodig. Dit attest kan je, afhankelijk van je behandeling, krijgen bij jouw huisarts, specialist of bij het VIAS, op de afdeling CARA (Centrum voor Rijgeschiktheid en Voertuigaanpassing). CARA heeft als taak de rijgeschiktheid te bepalen van kandidaat-bestuurders.
Dit van zowel nieuwe aanvragers als houders van een rijbewijs. Daarnaast kan je jouw voertuig in sommige gevallen ook aan je beperking laten aanpassen.

Procedure

Om je rijgeschiktheid te laten onderzoeken, neem je contact op met je huisarts of specialist die je, afhankelijk van de behandeling, eventueel doorverwijst naar het CARA. Het CARA beschikt over een team van specialisten om je rijgeschiktheid na te gaan.

  • De artsen van het CARA onderzoeken of je als bestuurder beantwoordt aan de medische minimumnormen die de wet voorschrijft
  • Als je een cognitief probleem hebt (bv. aandachts- en concentratiestoornissen, gedragsstoornissen, moeilijkheden met het inschatten van afstanden, snelheden en verkeerssituaties, verouderingsverschijnselen...) dan hoort ook een neuropsychologisch onderzoek tot de procedure.
  • De aanpasdeskundigen van het CARA bekijken ook of je eventueel bepaalde aanpassingen nodig hebt om veilig een motorvoertuig te kunnen besturen.

De rijgeschiktheidsonderzoeken en adviezen voor verbouwingen aan een voertuig zijn volledig kosteloos. Bij groen licht, geeft CARA je een attest van rijgeschiktheid. Op basis van dit attest wordt vervolgens een aangepast rijbewijs aangemaakt bij de gemeente.
Vergeet nadien de verzekeringsmaatschappij niet in te lichten. Zo vermijd je misverstanden en ben je zeker van een vlotte afhandeling van eventuele schadegevallen. Bovendien verhoogt de  verzekeringspremie hierdoor niet. Een fotokopie van je nieuw rijbewijs of van het rijgeschiktheidsattest aangetekend verzenden, volstaat.

Geldigheidsduur

Het aangepast rijbewijs heeft een beperkte geldigheidsduur.
Voor personen jonger dan 50 jaar is het maximaal vijf jaar geldig; voor personen ouder dan 50 jaar is dat drie jaar.
Indien de geldigheidsduur van het rijbewijs bijna verstreken is, is het belangrijk dat je er zelf tijdig aan denkt terug een rijgeschiktheidsattest te vragen, zodat een vernieuwing van het rijbewijs probleemloos kan verlopen. Reken hier toch zo’n vier maanden voor!

Voorwaarden en gebruik

Aan het gebruik van het aangepast rijbewijs kunnen voorwaarden en beperkingen opgelegd worden. Deze worden bepaald op basis van de lichamelijke en geestelijke toestand, rekening houdend met de risico’s, omstandigheden en gevaren eigen aan het besturen van een bepaald motorvoertuig.
Deze voorwaarden en beperkingen kunnen onder meer betrekking hebben op je rijbewijscategorie of subcategorie, het type van voertuig, de gebruiksvoorwaarden, het ogenblik van gebruik, waar je je mag begeven, de geldigheidsduur, het gebruik van een orthese of prothese… 

Enkele voorbeelden.

  • Als op je rijbewijs de code 01.06 (bril of contactlenzen) staat, dan mag je alleen een motorvoertuig besturen wanneer je de juiste bril of contactlenzen draagt.
  • Als de code 05.01 vermeld wordt, dan mag je enkel aan het verkeer deelnemen van één uur na zonsopgang tot één uur voor zonsondergang.

Respecteer je deze voorwaarden of beperkingen niet, dan rijd je zonder een geldig rijbewijs en zonder dekking van je verzekeringsmaatschappij, zelfs al is je verzekeringsbewijs nog geldig!

Meer info

Bij je arts, het Vlaams Fonds voor Personen met een Handicap - Kenniscentrum Hulpmiddelen (02 225 86 61, koc@vaph.behttp://www.vaph.be) of de afdeling CARA van het VIAS (02 244 15 52, cara@vias.be,  www.vias.be). Uiteraard kan je ook terecht bij je plaatselijk ziekenfonds.