Pensioenwijzigingen vanaf 1 januari 2023

*alle vermelde bedragen zijn brutobedragen. Het kan zijn dat hier nog belastingen op worden geïnd en daarmee verschilt met hetgeen je op je rekening krijgt gestort (nettobedrag).

Vanaf 1 januari 2023 wijzigde een aantal pensioenbedragen. We informeren je graag hierover. Als deze wijzigingen jouw pensioenbedrag beïnvloeden, dan zal dit automatisch worden aangepast.

Er zijn twee oorzaken voor de pensioenverhogingen op 1 januari 2023:

  • Pensioenhervorming minister Lalieux: verhoging minimumpensioen, inkomensgarantie voor ouderen, drempelbedragen ZIV-bijdrage, loonplafond….
  • Bedrijfsvoorheffing: op een pensioen kunnen belastingen worden geïnd. Hiervoor houdt men maandelijks een bedrijfsvoorheffing in. Jaarlijks gaat men die schalen aanpassen waarop de bedrijfsvoorheffing wordt berekend. Dit kan ook een effect hebben op het pensioenbedrag. Elk jaar bij het aanslagbiljet kijkt de Federale overheidsdienst Financiën of er voldoende of te weinig bedrijfsvoorheffing werd ingehouden en volgt er eventueel een afrekening. De belastingvrije som (het bedrag waarop je geen belastingen betaalt), werd in 2023 geïndexeerd. De belastingvrije som bedraagt in 2023, 10 160 euro.


Verhoging van het gewaarborgd minimumpensioen

Op 1 januari 2023 steeg het gewaarborgd minimumpensioen. Mensen met een volledige loopbaan (45 jaar) ontvangen het volledig gewaarborgd minimumpensioen.

Als werknemer of zelfstandige:

  • Alleenstaande pensioen 1 637,00 euro 
  • Gezinspensioen 2 045,60 euro 
  • Overlevingspensioen 1 615,12 euro 

Als ambtenaar:

  • Alleenstaande pensioen: 1 684,58 euro
  • Gezinspensioen 2 105,73 euro
  • Overlevingspensioen 1 610,92,70 euro

Heeft u minder dan 45 jaar gewerkt, dan zal u recht hebben op een bedrag naar verhouding van het aantal loopbaanjaren. Stel u heeft een loopbaan van 43 jaar dan zal u 43ste/ 45ste van het minimumpensioen ontvangen. Meer informatie kan je vinden op onze infofiche "Gewaarborgd minimumpensioen voor werknemers en zelfstandigen" en op onze infofiche  "Gewaarborgd minimumpensioen voor ambtenaren".

Het minimumpensioen werknemers en zelfstandigen zal elk jaar stijgen tot 2024, met 11% ten opzichte van 2020. In 2024 is het de bedoeling dat het minimumpensioen voor mensen met een volledige loopbaan 1500 euro netto bedraagt. Door de vele recente indexeringen werd de befaamde 1500 euro netto vlugger bereikt dan verwacht. Laat je hierdoor niet misleiden want de indexering komt er omdat bepaalde producten die tot de gezondheidsindex behoren, fors duurder zijn geworden. Het doel dat in 2020 werd bepaald van 1500 euro netto in 2024 zou dus minstens mee geïndexeerd moeten worden!

Indien de voorwaarden die verbonden zijn met het gewaarborgd minimumpensioen zouden wijzigen (in functie van de geplande pensioenhervorming), dan zullen we dit ook laten weten. 

Verhoging inkomstengarantie voor ouderen en Gewaarborgd Inkomen (GI)

Als je 65 jaar bent en je beschikt over beperkte financiële middelen, dan heb je mogelijks recht op een inkomstengarantie voor ouderen (IGO).

  • IGO alleenstaande: 1 460,03 euro
  • IGO voor samenwonende: 973,36 euro

Meer informatie over de IGO-uitkering kan je nalezen in de infofiche.


Verhoging loonplafond

Voor de berekening van het pensioen wordt voor elk loopbaanjaar een pensioenopbrengst berekend. Dit wil zeggen dat de totale inkomsten van een bepaald jaar worden berekend. Vervolgens wordt dit vergeleken met een loonplafond. Er zijn verschillende loonplafonds. Welke type loonplafond dat jaar voor u van toepassing is, wordt bepaald door het type dagen in dat loopbaanjaar. Gewerkte dagen, ziektedagen en werkloosheidsdagen kennen een ander loonplafond. Zijn de totale inkomsten hoger dan het loonplafond, dan worden deze beperkt tot aan het bedrag van het loonplafond. Uw loon telt m.a.w. maar mee voor de berekening tot dit grensbedrag: verdient u meer dan wordt met het gedeelte boven het loonplafond geen rekening gehouden. Vervolgens wordt dit bedrag nog geherwaardeerd, gedeeld door 45 (volledige loopbaan) en vermenigvuldigd maal 60% (voor alleenstaande en 75% voor gezinspensioen). Indien u vervolgens de optelsom van elk loopbaanjaar maakt, heeft u het pensioenbedrag.

Voor de berekening van de pensioenopbrengst voor het loopbaanjaar 2023, zal men het totale loon van 2023 ook vergelijken met dit hoger loonplafond.  Dit heeft een positief effect op pensioenen die ingaan vanaf 2024.

Meer informatie over de berekening van de pensioenopbrengst kan je lezen op de website van de Federale Pensioendienst.
Wil je weten hoeveel je pensioen zal bedragen, raadpleeg dan MyPension.

Verhoging grensbedragen minimumloon

Het minimumrecht per loopbaanjaar of gewaarborgd minimumloon kan ook de pensioenopbrengst voor een bepaald loopbaanjaar verhogen. Hiervoor moet de loopbaan als werknemer minstens 15 jaar bedragen waarbij er in elk jaar minstens 104 dagen kan worden bewezen. Indien u aan deze voorwaarde voldoet en u totaal loon ligt lager dan het gewaarborgd minimumloon, dan zal u totaal loon worden opgetrokken tot aan het gewaarborgd minimumloon. De vergelijking kan pas na herwaardering van het totale loon. Het kan zijn dat het minimumrecht per loopbaanjaar niet wordt toegekend als u totale rustpensioen zich boven grensbedragen bevindt.

Het gewaarborgd minimumloon bedraagt op 1 januari 2023 30 269.27 euro.

Meer informatie over het gewaarborgd minimumloon kan je lezen op de website van de Federale Pensioendienst.

Verhoging drempelbijdragen van ZIV-bijdragen

In het verleden gebeurde het al wat vaker dat het brutopensioen steeg, maar het nettopensioen (hetgeen op je bankrekening wordt gestort) verminderde. Dit kan komen door de ZIV-bijdragen. Een ZIV-bijdrage is een sociale zekerheidsbijdrage voor ziekte- en invaliditeit. Dit vervangt de mutualiteitsbijdrage niet en geeft geen recht op terugbetaling van de gezondheidszorgen. Afhankelijk van uw brutopensioen wordt er 0 tot 3,55 % extra ingehouden. Op 1 januari 2023 verhoogde de grensbedragen van die drie categorieën met 2,31%.

Ben je alleenstaande gaat het over volgende bedragen: 

Totaal maandelijks brutobedrag  - ZIV-bijdrage

  • Kleiner dan 1 920,21 euro - geen inhouding
  • Van 1 920,21 euro tot en met 1 990,87 euro - inhouding van 0,01 euro tot 70,67 euro
  • Hoger dan 1 990,87 euro - inhouding van 3,55% van het brutobedrag

Gaat het over een gezin, dan gelden volgende bedragen: 

Totaal maandelijks brutobedrag - ZIV-bijdrage

  • Kleiner dan 2 275,71 euro - geen inhouding
  • Van 2 275,71 euro tot en met 2 359,45 euro - inhouding van van 0,01 euro tot 83,75 euro
  • Hoger dan 2359,45 euro - inhouding van 3,55% van het brutobedrag

Meer informatie over de ZIV-bijdrage kan je lezen op de website van de Federale Pensioendienst.

Pensioenshervorming juli 2022

Pensioenhervorming juli 2022: zo belangrijk en broodnodig, maar alweer blijven vele ouderen in de kou staan

Midden juli kwam de regering naar buiten met een mini-pensioenhervorming: extra toegangsvoorwaarden voor het minimumpensioen en de invoering van een pensioenbonus om langer werken te stimuleren. Maar dat is het ook. Voor een grote en broodnodige pensioenhervorming blijven we helaas op onze honger zitten. De regering morrelde vooral aan punten en komma’s, in de al ingewikkelde pensioenwetgeving. We zullen ons blijven vastbijten, dat zal nodig zijn. Ons vastbijten en blijven aandringen, dat deden we begin deze zomer ook voor de verhoging van het bedrag van het minimumpensioen. Niet zonder succes: pensioenminister Lalieux heeft ons gehoord en heeft het engagement uitgesproken om het minimumpensioen tegen 2024 te verhogen naar 1 640 euro netto, in plaats van de 1 500 euro uit het regeerakkoord.

In het regeerakkoord van 2020 waren de ambities voor de pensioenen van huidige gepensioneerden herleid tot één eis: een minimumpensioen van 1 500 euro netto tegen 2024. Dat zou een echte koopkrachtverhoging betekenen voor heel wat gepensioneerden. Alleen, met de in 2020 beloofde 1 500 euro kan je heel wat minder kopen in 2024, door de inflatie. Want overal worden we geconfronteerd met prijsstijgingen: in de supermarkt, aan de tankstations, op onze energie- en gasfactuur. Daarom onze dringende vraag aan pensioenminister Lalieux, waarvoor ze intussen het engagement opnam,eis, intussen dus ingewilligd, om het minimumpensioen naar boven bij te stellen.

Wie blijft in de kou staan?

Helaas stopt hier het verhaal voor wat betreft de pensioenhervorming voor wie al gepensioneerd is. Heel wat gepensioneerden blijven momenteel in de kou staan. Wie recht heeft op een pensioen dat zich boven het minimumpensioen bevindt, en wie geen recht heeft op het minimumpensioen, die moet het doen met alleen de indexering. In juli werd de spilindex weer overschreden waardoor alle werknemers- en zelfstandigenpensioenen in augustus met twee procent omhoog gingen. Vanuit OKRA vragen we een verhoging van alle pensioenuitkeringen. Zo kan iedere gepensioneerde zijn koopkrachtniveau behouden. De verhoging moet bovendien structureel en duurzaam zijn. Daarom is één van onze pensioenvoorstellen: koppel de pensioenen aan de stijging van de lonen. Het huidig systeem van de tweejaarlijkse welvaartsenveloppes is onvoldoende om de welvaartsvastheid te behouden!

Vanuit OKRA vinden we het belangrijk dat ziekte, ongeval en werkloosheid niet worden bestraft in de berekening van het pensioen. Want ziek zijn, een ongeval hebben of werkloos worden, daar kies je niet voor. Helaas heeft de regering onze visie (nog) niet overgenomen. Men heeft beslist om een bijkomende voorwaarde toe te voegen om recht te kunnen hebben op het minimumpensioen, namelijk, minstens 20 jaar 4/5de gewerkt hebben. En werkloosheid wordt niet meer gelijkgesteld met een gewerkte periode. Ziekte telt deels nog mee. Een verstrenging die we ten zeerste betreuren!

Tot slot heeft men ook de pensioenbonus ingevoerd. Mensen die op vervroegd pensioen kunnen maar toch beslissen om langer te werken, krijgen een pensioenbeloning. Uit onderzoek blijkt dat de maatregel vooral bereikt wie al van plan was om langer te blijven werken. De financiële stimulans heeft nauwelijks impact op de keuze om al dan niet langer te werken. De aanpassing zal dus vooral kosten, maar weinig opleveren met oog op de werkzaamheidsgraad.

Conclusie: niet veel beslist

Toen de regering in juli met een pensioenakkoord naar buiten kwam, is dus eigenlijk niet zo erg veel beslist. Aan de al erg ingewikkelde pensioenwetgeving zijn punten en komma’s toegevoegd. Maar een grondige en degelijke pensioenhervorming, daar hebben we nood aan. Geen toevoeging van punten, weglaten van komma’s of het systeem nóg ingewikkelder maken. Degelijke pensioenen voor toekomstige gepensioneerden maar ook voor huidige gepensioneerden. Een degelijke koopkrachtverhoging voor iedereen en niet enkel voor mensen die een minimumpensioen krijgen. Dat is waar we voor streven bij OKRA!

Vanaf 1 januari 2021 wijzigde een aantal pensioenbedragen. We informeren je graag hierover. Als deze wijzigingen jouw pensioenbedrag beïnvloeden, dan zal dit automatisch worden aangepast.

Pensioenswijzigingen vanaf 1 januari 2021

Verhoging van het gewaarborgd minimumpensioen

Op 1 januari 2021 steeg het gewaarborgd minimumpensioen. Mensen met een volledige loopbaan (45 jaar) ontvangen het volledig gewaarborgd minimumpensioen.

Als werknemer of zelfstandige: (+2.65%) 

  • Alleenstaande pensioen 1 325,92 euro 
  • Gezinspensioen 1 656,88 euro 
  • Overlevingspensioen 1 308,20 euro 

Als ambtenaar: (+1.73%) 

  • Alleenstaande pensioen: 1 417,05 euro
  • Gezinspensioen 1 771,27 euro
  • Overlevingspensioen 1 273,94 euro
  • Overgangsuitkering (+4.92%)

Heeft u minder dan 45 jaar gewerkt, dan zal u recht hebben op een pro rata bedrag. Stel u heeft een loopbaan van 43 jaar dan zal u 43ste/ 45ste van het minimumpensioen ontvangen. Meer informatie kan je vinden op onze infofiche "Gewaarborgd minimumpensioen voor werknemers en zelfstandigen" en op onze infofiche  "Gewaarborgd minimumpensioen voor ambtenaren". 

Het minimumpensioen zal elk jaar stijgen tot 2024. In totaal met 11% voor werknemers en zelfstandigen. In 2024 is het de bedoeling dat het minimumpensioen voor mensen met een volledige loopbaan 1500 euro netto bedraagt. Indien de voorwaarden die verbonden zijn met het gewaarborgd minimumpensioen zouden wijzigen (in functie van de geplande pensioenhervorming), dan zullen we dit ook communiceren.

Verhoging inkomstengarantie voor ouderen en Gewaarborgd Inkomen (GI)

Als je 65 jaar bent en je beschikt over beperkte financiële middelen, dan heb je mogelijks recht op een inkomstengarantie voor ouderen (IGO).

De basisbedragen zijn op 1 januari 2021 2,58% gestegen.

  • IGO alleenstaande: 1 184,20 euro
  • IGO gezinsbedrag: 789,47 euro
  • GI alleenstaanden: 844,91 euro
  • GI gezinsbedrag: 1 126,53 euro

Meer informatie over de IGO-uitkering kan je nalezen in de infofiche.

Verhoging loonplafond

Voor de berekening van het pensioen wordt voor elk loopbaanjaar een pensioenopbrengst berekend. Dit wil zeggen dat de totale inkomsten van een bepaald jaar worden berekend. Vervolgens wordt dit vergeleken met een loonplafond. Er zijn verschillende loonplafonds. Welke type loonplafond dat jaar voor u van toepassing is, wordt bepaald door het type dagen in dat loopbaanjaar. Gewerkte dagen, ziektedagen en werkloosheidsdagen kennen een ander loonplafond. Zijn de totale inkomsten hoger dan het loonplafond, dan worden deze beperkt tot aan het bedrag van het loonplafond. Uw loon telt m.a.w. maar mee voor de berekening tot dit grensbedrag: verdient u meer dan wordt met het gedeelte boven het loonplafond geen rekening gehouden. Vervolgens wordt dit bedrag nog geherwaardeerd, gedeeld door 45 (volledige loopbaan) en vermenigvuldigd maal 60. Indien u vervolgens de optelsom van elk loopbaanjaar maakt, heeft u het pensioenbedrag.

Voor de berekening van de pensioenopbrengst voor het loopbaanjaar 2021, zal men het totale loon van 2021 ook vergelijken met het loonplafond. Dat loonplafond werd op 1 januari 2021 met 2.38% verhoogd.

Meer informatie over de berekening van de pensioenopbrengst kan je lezen op de website van de Federale Pensioendienst. 

Wil je weten hoeveel je pensioen zal bedragen, raadpleeg dan MY Pension.

Verhoging grensbedragen minimumloon

Het minimumrecht per loopbaanjaar of gewaarborgd minimumloon kan ook de pensioenopbrengst voor een bepaald loopbaanjaar verhogen. Hiervoor moet de loopbaan als werknemer minstens 15 jaar bedragen waarbij er in elk jaar minstens 104 dagen kan worden bewezen. Indien u aan deze voorwaarde voldoet en u totaal loon ligt lager dan het gewaarborgd minimumloon, dan zal u totaal loon worden opgetrokken tot aan het gewaarborgd minimumloon. De vergelijking kan pas na herwaardering van het totale loon. Het kan zijn dat het minimumrecht per loopbaanjaar niet wordt toegekend als u totale rustpensioen zich boven grensbedragen bevindt.

Op 1 januari 2021 werd het gewaarborgd minimuloon ook met 2.38% verhoogd. Voor een pensioen als alleenstaande bedraagt dit 16 626,10 euro en voor pensioen aan het gezinsbedrag bedraagt dit 21 032,63 Euro.

Meer informatie over het gewaarborgd minimumloon kan je lezen op de website van de Federale Pensioendienst.

Verhoging drempelbijdragen van ZIV-bijdragen

In het verleden gebeurde het al wat vaker dat het bruto-pensioen steeg, maar het netto-pensioen verminderde. Dit kan meestal worden uitgelegd door de ZIV-bijdragen. Een ZIV-bijdrage is een sociale zekerheidsbijdrage voor ziekte- en invaliditeit. Dit vervangt de mutualiteitsbijdrage niet en geeft geen recht op terugbetaling van de gezondheidszorgen. Afhankelijk van uw bruto-pensioen wordt er geen, een beperkte of 3,55 % inhouding betaald. Op 1 januari 2021 verhoogde de grensbedragen van die drie categorieën met 2,31%.

Ben je alleenstaande gaat het over volgende bedragen: 

  • Totaal maandelijks brutobedrag  - ZIV-bijdrage
  • Kleiner dan 1 597,00 euro - geen inhouding
  • Van 1 597 euro tot en met 1 655,79 euro - inhouding van 0,01 euro tot 57,44 euro
  • Groter dan 1 655,79 euro - inhouding van 3,55% van het brutobedrag


Gaat het over een gezin, dan gelden volgende bedragen: 

  • Totaal maandelijks brutobedrag - ZIV-bijdrage
  • Kleiner dan 1 892,68 euro - geen inhouding
  • Van 1 892,68 euro tot en met 1962,35 euro - inhouding van van 0,01 euro tot 68,08 euro
  • Groter dan 1 962,35 euro - inhouding van 3,55% van het brutobedrag

Meer informatie over de ZIV-bijdrage kan je lezen op de website van de Federale Pensioendienst.

Vermindering netto-pensioen

Op het brutopensioen wordt niet enkel een ZIV-bijdrage maar ook een bedrijfsvoorheffing geïnd. Omdat bij sommige gepensioneerden in 2020 te weinig bedrijfsvoorheffing op het bruto-pensioen werd ingehouden, zullen zij meer personenbelasting moeten betalen in 2021. De bedrijfsvoorheffing is immers een voorafname voor de eigenlijke personenbelasting. Om dit in de toekomst te vermijden wordt op het bruto-pensioen vanaf 1 januari 2021 iets meer bedrijfsvoorheffing ingehouden. U zou maximum netto 5 euro minder pensioen ontvangen per maand. Zo zal u bij de belasting afrekening van 2022 minder of geen personenbelasting meer moeten bijbetalen. Let op: dit is afhankelijk van de persoonlijke situatie – niet iedereen zal dus een netto-vermindering hebben.

Aanpassing correctiecoëfficiënt

Vanaf 1 januari 2021 wordt de correctiecoëfficiënt voor zelfstandigen afgeschaft. Dit wil zeggen dat voor het pensioenjaar ‘2021’ de beroepsinkomsten volledig worden meegeteld voor de pensioenberekening. Vroeger werd bij de berekening van het zelfstandigenpensioen de beroepsinkomsten beperkt tot 69%.

Nieuwe regeling voor onbelast bijklussen

Vanaf 1 januari 2021 is het niet meer mogelijk om onbelast bij te verdienen. Wij hebben in een nieuwe infofiche alle bijklusmogelijkheden voor gepensioneerden samengevat.

Aangekondigde pensioenhervormingen

De federale regering kondigde in het regeerakkoord een pensioenhervorming aan. Hierover zou in het najaar van 2021 meer bekend zijn. Van zodra wij officiële informatie ontvangen, geven we via onze website alle informatie aan jou door.