Op donderdag 27 oktober keurde het parlement een nieuwe energiewet goed. Burgers met een elektriciteit- en gasaansluiting zullen voor november en december een premie krijgen van telkens 196 euro. Als de energieprijzen hoog blijven, dan wordt dit voor de eerste drie maanden van 2023 verlengd. Bovendien werd al eerder, in februari, een federale verwarmingspremie geregeld van 100 euro. En voor groepen met een zeer laag inkomen is het sociaal energietarief van toepassing. Prima werk voor een grote groep mensen die anders torenhoge energiekosten zouden hebben.
Om geen tijd te verliezen werd er voor gekozen om de premies door de elektriciteitsleveranciers en gas-maatschappijen te laten uitbetalen. De wet werd ingevoerd door aan parlementsleden van de meerderheid te vragen om dit als wetsvoorstel in te dienen. Zo kon het snel gaan en moest er geen advies gevraagd worden aan de Raad van State (want dat is verplicht als de regering zelf een wetsontwerp indient). Dat advies kon wel eens vervelend worden, omdat de Raad van State bij het KB dat de eerdere BTW-verlaging regelde, reeds oordeelde dat er problemen waren met de gelijke behandeling van burgers met hoge energiekosten. Sommigen vallen namelijk om louter technische redenen uit de boot. En daaraan is nu ook niets verholpen.
De grootste groep die telkens uit de boot valt zijn ouderen in woonzorgcentra, een 75 000 tal in Vlaanderen. Zij betalen de gestegen energiekosten via de dagprijs van hun instelling. Decretaal is voorzien dat energiekosten deel uitmaken van de dagprijs. Die dagprijzen mogen sinds maart 2022 tweemaal per jaar worden verhoogd. Reeds de helft van de Vlaamse woonzorgcentra kregen de twee eerste maanden toelating om hun prijs met gemiddeld 124 euro per maand te verhogen.
Maar bewoners van woonzorgcentra vallen buiten de premieregeling en buiten het sociaal energietarief. Voor hen is er helemaal geen federale verwarmingspremie van 100 euro, geen BTW-verlaging voor elektriciteit, geen premies van 5 keer 196 euro en ook geen sociaal energietarief.
In de nieuwe wet maakt de federale regering zich er vanaf door de bewering dat premies voor ouderen in woonzorgcentra een bevoegdheid zouden zijn van de gemeenschappen. Maar eerder was de Raad van State ondubbelzinnig in haar oordeel dat dit niet klopt: het is een exclusieve federale bevoegdheid.
Ook in het sociaal energietarief zitten gaten. Naar schatting 15 % van de gerechtigden mist het sociaal energietarief omdat dit voor hen moet aangevraagd worden. Zeker voor de groep zonder uitkering of zorgbudget, maar met een jaarinkomen lager dan 24 155 euro (alleenstaande) is dit problematisch. En voor wie vlak boven die inkomensgrens zit, werken de sociaal energietarieven als een inkomensval, zonder enige overgangsregeling.