65-plussers die over geen of weinig eigen financiële middelen beschikken, kunnen een aanspraak maken op de IGO-uitkering (‘inkomensgarantie voor ouderen’). Omdat het gaat om een bijstandsuitkering is hieraan een controle gekoppeld.

De IGO-controle vóór de coronacrisis

In 2019 voerde de regering een nieuwe controleprocedure in. Eén van de voorwaarden is een verblijf van maximaal 28 dagen per jaar in het buitenland. Hierbij werd de postbode ingeschakeld om dit te controleren, waarbij minstens 80% van de IGO-gerechtigden jaarlijks werd gecontroleerd. De postbode kon in een periode van 21 dagen drie keer langskomen. Was je bij de eerste twee controles niet thuis, dan werd je niet op de hoogte gebracht van deze controle. Pas als de IGO-gerechtigde bij een derde controlemoment niet thuis was, liet de postbode een brief achter. De persoon moest zich dan binnen de vijf werkdagen melden op het gemeentehuis. Meldde hij of zij zich niet tijdig op het gemeentehuis, dan volgde er een sanctie: de uitkering - waar men zo van afhankelijk is! - werd tijdelijk stopgezet.

OKRA eist een rechtvaardigere controle!

Door de coronacrisis werd de controle stopgezet en deze is tot op de dag van vandaag niet hervat. Verschillende organisaties (waaronder OKRA) bundelden hun krachten en voerden samen actie voor een nieuwe, meer rechtvaardige controle. Onze eisen waren:

  • De postbode als vriend en niet als controleur: het controleren van al dan niet naleven van bepaalde voorwaarden van een sociale uitkering moet gebeuren door de sociale inspectie of bevoegde instanties. De postbode werd door vele IGO-gerechtigden niet langer als vriend gezien.
  • Minimale verplaatsing en bewijslast bij controle: mensen moeten altijd worden ingelicht als een controle heeft plaatsgevonden. Controleren zonder iets te laten weten creëert ongerustheid. Mensen konden niet meer naar de markt gaan zonder schrik, bang dat zij een controle misliepen. Bovendien is vijf werkdagen voor veel mensen ruim onvoldoende om zich naar het gemeentehuis te bevinden: voor een mindermobielencentrale moet je bijvoorbeeld al minstens zeven dagen op voorhand een rit aanvragen.
  • Een rechtvaardig controlepercentage: jaarlijks 80% van de IGO-Gerechtigden controleren terwijl minder dan 1% bestraft wordt voor niet naleving van de voorwaarden, vinden wij een overdreven strenge en bovendien onrechtvaardige controle! Bovendien streven we ook naar maximale uitsluiting van bepaalde groepen: bv. 80-plussers, mensen die in WZC of psychiatrisch ziekenhuis verblijven.
  • Hoorzitting voor straf: mensen moeten gehoord worden vooraleer men een sanctie krijgt opgelegd. Nu kwam het vaak voor dat mensen onterecht werden bestraft. Een straf had vaak immense financiële gevolgen met veelal schulden tot gevolg. Een hoorzitting vooraleer men de uitkering al dan niet tijdelijk zou stopzetten, zou hier een oplossing voor kunnen zijn.
  • Verblijf in het buitenland van 90 dagen: volgens Europese richtlijnen zou iedereen zich minstens 90 dagen mogen verplaatsen. Door de beperking van 28 dagen wordt hieraan niet voldaan! 

Een klein hoera-moment in najaar 2021

Minister Lalieux wijzigde op basis van bovenstaande eisen al een eerste keer de controleprocedure. We schreven er een artikel over in de nieuwsbrief van november. Samengevat hervormde ze drie elementen:

  • Het jaarlijks controlecijfer van 80% werd geschrapt in de wet. Hoeveel IGO-gerechtigden men voortaan zal controleren werd echter niet benoemd.
  • 80-Plussers, bewoners van een WZC of psychiatrische verzorgingsinstelling worden vrijgesteld van de controle.
  • De vertrek en terugkomdag worden niet langer als verblijf in het buitenland gerekend.

Een groot hoera-moment in 2022? Vanaf 15 april weer controles!

Minister Lalieux verstuurde eind februari een persbericht over een nieuwe controleprocedure. Vanaf 15 april zal er een aangetekende brief worden verstuurd. Als betrokkene niet thuis is, zal de persoon zich naar het postkantoor moeten begeven om alsnog de aangetekende brief af te tekenen. Als betrokkene niet tijdig de aangetekende brief ophaalt, zal er via een niet-aangetekende brief een uitnodiging worden verstuurd om zich te melden bij het gemeentehuis. De IGO-gerechtigde moet zich binnen de 29 dagen melden na het versturen van de aangetekende brief.

Deze procedure voldoet niet aan onze eis voor een minimale verplaatsing en minimale bewijslast. Als de postbode aanbelt met de aangetekende brief en je bent niet thuis of je bent niet vlug genoeg om de deur te openen, moet je al een extra verplaatsing naar het postkantoor doen. Bovendien is het versturen van een niet-aangetekende tweede brief problematisch. Heel wat brieven gaan verloren of worden laattijdig geleverd waardoor in heel veel situaties de mensen zich nooit binnen de 29 dagen zouden kunnen melden op het gemeentehuis. Ook ontbreekt het recht op een hoorzitting vooraleer een sanctie mag worden opgelegd. Mensen kunnen desondanks de goede wil om tijdig te reageren nog altijd onterecht gesanctioneerd worden.

De hervorming heeft wel twee positieve elementen. De voorziening herziet de verdere uitbreiding van het aantal vrijgestelde mensen: 80-plussers, bewoners van WZC’s en psychiatrische zorginstellingen, begunstigden met OCMW-adres en mensen met een handicap. Mensen zullen ook een verblijf van vijf opeenvolgende dagen in het buitenland niet meer moeten melden. Ook moet een verblijf in België op een ander adres niet meer worden gemeld (natuurlijk moet je wel regelmatig je brievenbus controleren bij eventuele controle). Dit is echter nog onvoldoende met onze vraag tot uitbreiding naar 90 dagen.

Hoewel we ook nog een beetje op onze honger blijven zitten, is de hervorming in het algemeen wel een stap in de goede richting, waarbij we de inspanningen die minister Lalieux heeft geleverd om een politiek compromis te bekomen appreciëren.