OKRA-Barometer woonzorgcentra - Editie lente 2024

Met OKRA-BELANGENBEHARTIGING vroegen we bij het Vlaamse Departement Zorg de nieuwe kencijfers op van alle Vlaamse woonzorgcentra rond prijzen, personeelsbezetting, kenmerken bewoners, enz.

Deze nieuwe gegevens over personeelsbezetting en kenmerken van de bewoners van woonzorgcentra zijn tot 1 januari 2025 bepalend voor de overheidstoelagen aan de Vlaamse woonzorgcentra. Het gaat wat betreft personeelsbezetting en zorgbehoefte van bewoners over gecontroleerde cijfers over de periode juni 2022 tot juli 2023. De prijsgegevens zijn deze die bekend waren op 1 januari 2024 of op een latere datum ingingen. Midden februari werden de laatste gegevens aan OKRA aangeleverd.

Inkijk in alle Vlaamse woonzorgcentra

Wie op zoek moet naar een woonzorgcentrum, moet dat vaak heel snel doen: een plots gezondheidsprobleem, een mantelzorger die wegvalt, … Het is dan vaak niet gemakkelijk om snel zicht te krijgen op een aantal objectieve kenmerken van de woonzorgcentra in je buurt. Die staan niet altijd op de website van het woonzorgcentrum en zijn ook niet altijd eenvoudig te vinden bij de Vlaamse overheid.

OKRA brengt nu al deze gegevens samen. Je vindt ze voor alle Vlaamse woonzorgcentra als je klikt op deze LINK. De nodige uitleg bij de gebruikte begrippen en kenmerken vind je HIER. Via deze link (bestand downloaden en openen in excel) kun je dan in een handomdraai drie door jou gekozen woonzorgcentra met elkaar vergelijken. Het resultaat is dan een tabel; klik HIER voor een voorbeeld.

OKRA biedt exclusief aan ORA-leden ook nog een bijkomende dienst. Wie het niet lukt om zo een vergelijking tussen de drie woonzorgcentra van zijn keuze aan te maken, willen we in een proefperiode die loopt tot eind mei 2024 daarbij kosteloos helpen. Stuur dan een mailtje naar belangenbehartiging@okra.be met opgave van drie woonzorgcentra (naam, adres) die je met elkaar wilt vergelijken. We bezorgen jou dan het resultaat.

Een aantal vaststellingen rond prijzen

  • Gemiddeld rekent een Vlaams woonzorgcentrum aan een bewoner momenteel een maandprijs aan van 2 182 euro per maand.
  • Het gemiddeld nettopensioen in januari 2023 was volgens de Federale Pensioendienst 1 640 euro per maand. Er moet door de gemiddelde gepensioneerde gemiddeld per maand 542 euro bijgepast worden bovenop het pensioen om het gemiddeld rusthuis te kunnen betalen.
  • Weliswaar is er voor alle bewoners van woonzorgcentra ook een zorgbudget van 140 euro en is er voor ouderen met een zorgnood en in de buurt van de armoedegrens een tussenkomst mogelijk naargelang inkomen, vermogen en zorgnood van 104 tot 696 euro per maand. Een alleenstaande met een pensioen van 1 050 euro met een schenking of verkoop van zijn huis van 200 000 euro heeft bij categorie 4 een te hoog inkomen voor dit zorgbudget, een alleenstaande een te hoog inkomen met 2 150 euro per maand.
  • De gemiddelde prijzen zijn sterk verschillend naargelang het type woonzorgcentrum: in woonzorgcentra onder publiek beheer van steden en gemeenten is de gemiddelde prijs momenteel 2 045 euro per maand, in non-profitinstellingen 2 135 euro, in commerciële instellingen gemiddeld 2 296 euro. Gemiddeld de duurste woonzorgcentra vinden we bij de 120 commerciële schijn-vzw’s met een gemiddelde maandprijs van 2 421 euro.
  • Naast deze vaste maandprijzen/dagprijzen kunnen woonzorgcentra ook nog supplementen aanrekenen: bijvoorbeeld voor wassen en strijken van persoonlijke kledij, internetverbinding, kabel-tv, drank en voeding buiten de maaltijden, … Of woonzorgcentra daarvoor al of niet supplementen aanrekenen en aan welke tarieven is verschillend van de ene instelling tot de andere.
  • Het duurste woonzorgcentrum in Vlaanderen is de Belle Epoque in Knokke: met een gemiddelde maandprijs van 5 154 euro steekt het fors uit boven de rest.
  • Bij de 10 duurste woonzorgcentra zijn er evenwel 4 met problematische inspectierapporten ondanks een prijsniveau van meer dan 3 250 per maand. Prijs is niet meteen een garantie op kwaliteit.
  • Het goedkoopste woonzorgcentrum in Vlaanderen is Sint Jozef op het Kiel in Antwerpen, met een maandprijs van 1 238 euro. De instelling wordt gerund door vzw de Zusterkens der Armen en richt zich expliciet op een minder bemiddeld doelpubliek. Ze hebben een forse personeelsbezetting van ruim 70 % boven de basisnorm van de personeelsfinanciering.
  • Na de eerstvolgende overschrijding van de spilindex voor de sociale uitkeringen en pensioenen begint een nieuw systeem van prijsindexeringen voor de woonzorgcentra. Op dat moment kunnen ze desgewenst nog een laatste keer hun dagprijzen aanpassen aan de algemene consumptie-index. Nadien zullen prijsaanpassingen het indexcijfer volgen waarmee ook de pensioenen stijgen, het indexcijfer van de afgevlakte gezondheidsindex. Telkens nadat de pensioenen zijn gestegen, zullen ook de woonzorgcentra hun prijzen kunnen aanpassen aan datzelfde indexcijfer.
  • Er treedt dan evenwel ook een nieuw systeem in werking waarbij woonzorgcentra na verbouwingen hun prijzen voor nieuwe bewoners kunnen optrekken na voorafgaande toelating door de Vlaamse administratie. Dat zal ook mogelijk zijn als ze kunnen aantonen verlies te maken of minder dan 2,5 % winst te hebben op de omzet. In dergelijke gevallen zullen ook de prijzen voor bestaande bewoners kunnen aangepast worden volgens een bepaald mechanisme.

Vlaamse woonzorgcentra slibben dicht

  • De Vlaamse woonzorgcentra zitten dicht bij hun maximumcapaciteit terwijl er tussen nu en 2030 een demografische golf van ruim 10 000 bijkomende zorgbehoevende ouderen aankomt. 523 van de 817 woonzorgcentra hadden het afgelopen jaar een gemiddelde bezettingsgraad van 95 % of meer. De gemiddelde bezettingsgraad van de Vlaamse woonzorgcentra is 93,5 %. Bij de woonzorgcentra die worden uitgebaat onder de vorm van een commerciële schijn-vzw is dat opvallend lager met 88 %.

Personeelsbezetting van Vlaamse woonzorgcentra

  • Woonzorgcentra krijgen een betoelaging voor personeel ten belope van maximaal 115 % van de minimumnorm. Extra personeel boven die 115 % dienen ze zelf te financieren, al dan niet met de dagprijs. Gemiddeld hebben de woonzorgcentra 20 % meer personeel dan de minimumnorm. In de publieke sector gaat het om 26 % personeel boven de minimumnorm, in de profit en non-profitsector gaat het respectievelijk om 20 en 18 %. Het minst extra personeel is er in de schijn- vzw’s met gemiddeld 15,99 % terwijl de overheid tussenkomt tot 15 %.
  • Tussen de prijsklasse van 1 700 en 2 700 per maand (een prijsvork die 94 % van alle instellingen omvat) valt op dat hoe hoger de gemiddelde maandprijs is, hoe minder bovennormpersoneel er gemiddeld aanwezig is. Duurdere woonzorgcentra hebben gemiddeld minder zorgpersoneel.
  • 515 woonzorgcentra behaalden in de referentieperiode de minimumbezetting aan verpleegkundig personeel. Bij 131 instellingen was het tekort aan verpleegkundigen minder dan 1 voltijds equivalent (VTE), bij 81 instellingen spreken we over een tekort tussen de 1 en 2 VTE’s. Bij 6 instellingen, allemaal uit de publieke sector, waren er 6 VTE’s tekort, meteen de grootste tekorten die werden opgetekend. Die woonzorgcentra halen desondanks de standaardnorm door het tekort aan verpleegkundigen te compenseren met andere disciplines, paramedici, zorgkundigen of reactivatiepersoneel.
  • Over alle instellingen heen geteld (tekorten en surplus aan verplegend personeel) werken er 478 VTE verpleegkundigen meer dan moet volgens de absolute minimumnorm. Gemiddeld hebben publieke instellingen 1 VTE verpleegkundige meer dan moet, bij de non-profit is dat 1,5 VTE verpleegkundige boven de minimumnorm en bij de profitinstellingen is dat 0,25 VTE verpleegkundige boven de minimumnorm.
  • Alle woonzorgcentra, op 26 na, hebben minstens het minimaal aantal zorgkundigen volgens de norm in dienst. Waar een tekort is aan zorgkundigen is er een compenserend overschot aan verpleegkundigen, op 2 instellingen na.

Beheersvorm van woonzorgcentra

  • 41 % van de woonzorgcentra (333 instellingen) zijn non-profitinstellingen. 217 instellingen of 26 % zijn woonzorgcentra die beheerd worden door lokale overheden, steden, gemeenten of publieke zorgbedrijven. 33 % van alle Vlaamse instellingen (267) zijn commerciële instellingen.
  • Bij de commerciële instellingen is er een overwicht van woonzorgcentra onder beheer van een van de drie Franse multinationals. De Europese vennootschap Clariane (met de Korianvestigingen) telt 70 instellingen. Clariane maakte in november 2023 bekend een koper te zoeken voor zijn Belgische vestigingen. Een andere Franse multinational Colisée (met de Armoneavestigingen) telt 52 instellingen in Vlaanderen, de Franse Orpéagroep, intussen Emeis, dat ei zo na over kop ging, telt 23 instellingen in Vlaanderen.
  • De meest problematische instellingen zijn te vinden bij de commerciële instellingen: 13 instellingen op de 147 staan onder verhoogd toezicht of met een voornemen tot intrekking van de erkenning. Bij de schijn-vzw’s zijn 5 van de 120 instellingen in dat geval, bij de publieke sector amper 1 op 217, in de non-profitsector 4 op 333.
  • De bewoners van commerciële instellingen hebben gemiddeld beduidend minder zorgbehoevende bewoners dan de non-profit en publieke instellingen. In de commerciële sector zijn meer dan een kwart van de bewoners zelfredzaam, in de non-profitsector gaat dat om 15 %, in de publieke sector om 19 %. Wat dit kenmerk betreft, haalt alweer de Belle Epoque in Knokke een bijzondere score: net iets meer dan de helft van de bewoners (51 %) valt in de zorgbehoevende groep.

Op basis van de verzamelde gegevens:

  • Dringt OKRA erop aan dat de Vlaamse overheid na het lopend proefproject verder en versneld werk maakt van meer transparantie in de jaarrekeningen en boekhouding van de Vlaamse woonzorgcentra. Momenteel is er bij gebrek aan boekhoudkundige eenvormigheid absoluut geen zicht op hoe de middelen voor de zorg worden aangewend, en wat er wegvloeit naar (buitenlandse) aandeelhouders en commerciële spelers al dan niet door niet-marktconforme prijzen voor de zogeheten ‘hotelkosten’.
  • Is het ook uit personeelsbevragingen duidelijk dat de huidige normen voor de minimum personeelsbezetting ontoereikend zijn voor een minimale kwaliteit voor bewoners en voor werkbaar werk voor het zorgpersoneel. OKRA vraagt dus dat de minimumpersoneelsbezetting en de loontoelagen voor zorgpersoneel worden opgetrokken tot een meer realistisch niveau van personeelsbezetting;
  • Dringt OKRA ook aan op heldere en vlot toegankelijke informatie aan het publiek over woonzorgcentra, zodat mensen met goede kennis van zaken een woonzorgcentrum kunnen kiezen. De Vlaamse overheid beschikt over alle gegevens inzake dagprijzen, personeelsbezetting, tewerkstelling van zorgpersoneel, meldingen van klachten en inspectieverslagen. De recente aankondiging van een waarderingstool, waar bewoners en familieleden beoordelingen kunnen geven over een zorginstelling, is samen met de aangekondigde sociale kaart van instellingen een eerste aanzet. OKRA kijkt uit naar een vlot werkende tool over alle instellingen, met tal van objectieve gegevens en subjectieve beoordelingen.
  • In afwachting van een meer uitgebreid en bevredigend overheidsinitiatief stelt OKRA zelf de verzamelde informatie ter beschikking via zijn website.
  • OKRA vraagt dat de overheid ook gegevens inzamelt over kostprijssupplementen en al deze gegevens vlot ter beschikking stelt aan wie op zoek is naar een woonzorgcentrum.

Voor meer info: Herman Fonck, voorzitter belangenbehartiging OKRA - GSM 0478 553 775

De OKRA-barometer woonzorgcentra kun je als pdf op deze pagina downloaden.

Gepubliceerd op 27/04/2024