Vlaamse woonzorgcentra: prijs stijgt sneller dan de pensioenen - Persbericht 2-10-2023

OKRA, de grootste Vlaamse ouderenvereniging, verzamelde via openbaarheid van bestuur opnieuw een reeks van officiële gegevens over alle Vlaamse woonzorgcentra.

Uit de analyse van het globale databestand dat OKRA daarmee samenstelde blijken een aantal belangrijke conclusies:

Ongelijke prijsevolutie en indexeringen

  • De gemiddelde maandprijs van een Vlaams woonzorgcentrum bedroeg de afgelopen maand september 2 167 euro. De helft van alle woonzorgcentra rekent een dagprijs aan van 69 euro of meer.
  • De gemiddelde maandprijs is sterk verschillend naargelang het beheer van de woonzorgcentra: in woonzorgcentra van steden en gemeenten (publieke sector) bedraagt de gemiddelde maandprijs 2 039 euro, in non-profitinstellingen gemiddeld 2 111 euro. Bij profitinstellingen is dit 2 274 euro en bij de 100 vzw’s die desondanks in de praktijk tot een commerciële groep behoren ligt de gemiddelde prijs het hoogst met 2 437 euro.
  • Netto ontving een gemiddelde werknemer een maandelijks pensioen van 1 255,45 euro, waarbij de mannen respectievelijk gemiddeld 1 421,68 euro gestort kregen en de vrouwen gemiddeld 1 022,28 (cijfers januari 2022). Vaak kost het woonzorgcentrum dus dubbel zoveel als het netto pensioeninkomen.
  • Ten opzichte van januari 2023, de vorige berekening door OKRA, steeg de prijs in de publieke sector met 3,2 %, in de non-profitinstellingen met 2,7 % en in de profitinstellingen met 4 %.
  • Die ongelijke prijsverhogingen komen door de mogelijkheid voor woonzorgcentra om hun prijzen op een tijdstip naar hun keuze tweemaal per jaar aan te passen aan de consumptie-index. De pensioenen van de woonzorgcentrabewoners daarentegen zijn gekoppeld aan de afgevlakte gezondheidsindex en verhoogden niet in 2023. De premies van het zorgbudget voor woonzorgcentrabewoners van 135 euro zijn bovendien helemaal niet gekoppeld aan de index.
  • De afgevlakte gezondheidsindex loopt bij stijgende inflatie achterop bij de consumptie-index. Bij elke indexering van de maandprijs loopt het verschil tussen een gemiddeld pensioen en de maandprijs hoger op. Het woonzorgcentrum neemt dan telkens een grotere hap uit het netto inkomen of uit het resterend spaargeld van de bewoners.
  • OKRA vraagt daarom dat de afgevlakte gezondheidsindex voortaan ook het absolute maximum zou zijn waarmee woonzorgprijzen mogen stijgen. En vraagt dringend een studie van de evolutie van de kosten van de woonzorgcentra die ongetwijfeld anders evolueren dan de consumptie-index die de kosten van een huishoudbudget weerspiegelt.
  • Een maximumfactuur voor de zorgkost in woonzorgcentra is nodig. Met bovendien een prijsgarantie voor woonzorgcentrabewoners: levenslang de zekerheid dat de maandprijs bij het instappen in een woonzorgcentrum behouden blijft.

Té lage personeelsnormen

  • Zoals ook al bleek in januari 2023 blijft de vaststelling dat de meeste woonzorgcentra méér zorgpersoneel aan het werk stellen dan wettelijk moet. Gemiddeld wordt 18,8 % meer zorgpersoneel aan het werk gesteld, terwijl de overheid slechts tussenkomt in de eerste 15 % loonkost boven de minimumnorm. De wettelijke minimumnorm van zorgpersoneel ligt te laag.
  • Ook blijkt opnieuw de vaststelling dat de gemiddeld duurdere woonzorgcentra, de commerciële, desondanks minder bovennormpersoneel hebben: gemiddeld 14 %, waar dit in de publieke sector gemiddeld 25 % is. Enkel de puur commerciële woonzorgcentra hebben gemiddeld een tekort aan verpleegkundigen in vergelijking met de (lage) minimumnorm; de andere instellingen stellen meer verpleegkundigen aan het werk dan het decretale minimum.
  • De publieke en non-profitsector hebben gemiddeld meer zorgbehoevende bewoners dan de commerciële instellingen: een kwart van de bewoners in de commerciële woonzorgcentra zijn niet afhankelijk van zorgpersoneel voor wassen, kleden, toilet, eten, verplaatsingen…

Drie Franse multinationals en een gebrek aan transparantie

  • 32 % van alle Vlaamse woonzorgcentra zijn commerciële instellingen, 26 % behoort tot de publieke sector, 40 % zijn private non-profit vzw’s. Een reeks van instellingen behoort tot een grotere groep of netwerk van instellingen waarbij drie Franse multinationals domineren. De Franse multinational Clariane waartoe de Korian groep behoort, is de grootste met 71 instellingen, de Franse multinational Colisée met de Armonea-centra telt 52 instellingen en de eveneens Franse multinational Orpea heeft 24 instellingen in Vlaanderen. Samen met de groep Vulpia (30 instellingen) en het Zorgbedrijf Antwerpen (18 centra) zijn ze de grootste spelers op deze ‘markt’.
  • De jaarrekeningen van de instellingen die behoren tot de drie Franse multinationals zijn volgens onze experten niet bruikbaar voor financiële transparantie. Zo hebben nagenoeg alle instellingen van de Orpea groep een negatief eigen vermogen en zijn dus virtueel failliet, hebben ze meestal geen eigen terreinen of gebouwen en huren van vastgoedondernemingen. Uit de rekeningen is niet op te maken of de huurprijzen marktconform zijn. Liquiditeit, solvabiliteit en rentabiliteit zijn vaak erg slecht. Vele instellingen hebben een negatieve cashflow wat betekent dat ze voortdurend geld moeten lenen om de dagelijkse betalingen te kunnen doen. Dat wordt opgevangen door een rekening courant bij een gelieerde onderneming waar de cash middelen verzameld worden en terug uitgeleend aan de individuele instellingen voor het courante betalingsverkeer. Alle instellingen betalen een management fee aan de commerciële groep. Bij Armonea-Colisée is die management fee variabel naargelang de resultaten van de instelling. Ook bij Armonea-Colisée hebben de instellingen weinig of geen eigen terreinen en gebouwen; vaak is het echter niet duidelijk of de huur binnen de groep gebeurt of bij vastgoedvennootschappen. Jaarlijks worden alle cash-overschotten overgedragen in een rentedragende lening aan een gelieerde onderneming. De instellingen zijn daardoor ook volledig afhankelijk van de groep. Ook bij Clariane/Korian hebben de meeste verbonden woonzorgcentra geen eigen terreinen en gebouwen. Er wordt gehuurd zowel binnen de groep als erbuiten. Net als bij de andere groepen wordt er ook hier gewerkt met een rekening courant bij een gelieerde onderneming waar de cash middelen worden verzameld. Individuele instellingen ‘kopen’ binnen de groep diensten als huur, ICT, management. Soms worden ook kosten voor voeding verrekend binnen de groep. De ratio’s van de Korian-instellingen zijn beter dan bij de andere groepen, maar ook hier stellen we een grote financiële afhankelijkheid vast ten aanzien van de groep.
  • Het gebrek aan een opgelegd eenvormig boekhoudkundig plan voor alle woonzorgcentra waaruit duidelijke en transparante informatie overgaat in duidelijke jaarrekeningen, laat toe dat de commerciële instellingen overheidsmiddelen bestemd voor zorg kunnen transfereren naar commerciële bestemmingen en aandeelhouders.

Vragen van OKRA tot bijsturing

Op basis van de verzamelde gegevens:

  • Dringt OKRA aan op een hervorming van de indexering van prijzen van woonzorgcentra: een maximale stijging met de afgevlakte gezondheidsindex zoals de pensioenen, een maximumfactuur voor de zorgkost, een levenslange prijszekerheid voor woonzorgcentra bewoners, een indexering van de zorgbudgetpremies;
  • Dringt OKRA erop aan dat de Vlaamse overheid dringend werk maakt van meer transparantie in de jaarrekeningen en boekhouding van de Vlaamse woonzorgcentra. Momenteel is er bij gebrek aan boekhoudkundige eenduidigheid absoluut geen zicht op hoe de middelen voor de zorg worden aangewend, en wat er wegvloeit naar (buitenlandse) aandeelhouders en commerciële spelers;
  • Is het duidelijk dat de huidige normen voor de minimum personeelsbezetting ontoereikend zijn voor een minimale kwaliteit. Veruit de meeste woonzorgcentra zien zich verplicht om méér te doen dan wat wettelijk moet. OKRA vraagt dus dat de minimum personeelsbezetting en de loontoelagen voor zorgpersoneel worden opgetrokken tot een meer realistisch niveau van personeelsbezetting;
  • Dringt OKRA ook aan op heldere en vlot toegankelijke informatie aan het publiek over woonzorgcentra, zodat mensen met goede kennis van zaken een woonzorgcentrum kunnen kiezen. De Vlaamse overheid beschikt over alle gegevens inzake dagprijzen, personeelsbezetting, tewerkstelling van zorgpersoneel, meldingen van klachten en inspectieverslagen.
  • OKRA vraagt dat de overheid ook gegevens inzamelt over kostprijssupplementen en al deze gegevens vlot ter beschikking stelt aan wie op zoek is naar een woonzorgcentrum. In afwachting van een bevredigend overheidsinitiatief zal OKRA de verzamelde informatie binnenkort zelf ter beschikking stellen via zijn website en media.

Voor meer info: Herman Fonck, voorzitter belangenbehartiging OKRA: GSM +32 478 553 775

OKRA is de grootste vereniging van 55+’ers in Vlaanderen en Brussel met 1 100 trefpunten, 18 000 vrijwilligers en 130 000 leden. Door een sterk aanbod van culturele, sociale en sportieve activiteiten samen met een sterke belangenbehartiging, streeft OKRA naar rechtvaardigheid, verbondenheid en aandacht voor de 55+’er in de maatschappij.

Gepubliceerd op 02/10/2023