Overlevingspensioen en overgangsuitkering

In 2015 had je als weduwe of weduwnaar nog recht op een overlevingspensioen vanaf 45 jaar. Was de langstlevende partner jonger dan 45, dan kreeg hij of zij een overgangsuitkering. Sindsdien wordt tot 2025 die leeftijdsgrens geleidelijk opgetrokken tot 50 jaar, wat neerkomt op een jaarlijkse stijging van zes maanden. Vanaf 2022 zal een weduwe of weduwnaar dus 48 jaar en zes maanden oud moeten zijn om recht te hebben op het overlevingspensioen.

Overgangsuitkering

Als je echtgenoot overlijdt en je bent jonger dan 48,5 jaar (in 2022) heb je recht op een overgangsuitkering. Deze uitkering wordt gedurende 18 maanden betaald als er geen kinderlast is. De duurtijd wordt opgetrokken naar 36 maanden als je enkel een kind van minstens 13 jaar ten laste hebt. Heb je nog minstens één kind dat jonger is dan 13 jaar dan heb je recht op 48 maanden. Voor een kind ten laste met een handicap is er geen leeftijdsgrens en is het automatisch 48 maanden. Ook een kind dat geboren wordt binnen de 300 dagen na overlijden opent het recht op 48 maanden. Het is mogelijk dat vanaf de pensioenleeftijd (vervroegd of gewoon) het recht op overlevingspensioen alsnog kan worden geopend.
De overgangsuitkering mag onbeperkt gecumuleerd worden met alle andere vormen van inkomen. Het gaat om inkomens uit arbeid, sociale vergoedingen voor ziekte, invaliditeit, werkloosheid…

Overlevingspensioen

Als je echtgenoot overlijdt en je bent ouder dan 48,5 jaar (in 2022), heb je recht op een overlevingspensioen. Dat pensioen wordt berekend en uitgekeerd op basis van de beroepsloopbaan van de overledene. Het verschilt volgens het pensioenstelsel. Het is gebaseerd op de prestaties en de stortingen die door of in naam van de overledene gedaan werden.

Toekenningsvoorwaarden

  • Minimaal 48,5 jaar (2022).
  • Minstens een jaar wettelijk gehuwd.
  • Deze voorwaarde vervalt als je een kind hebt uit dat huwelijk of als een kind geboren wordt binnen 300 dagen na het overlijden. Het hoeft evenmin als er bij het overlijden een kind ten laste was voor wie kinderbijslag ontvangen werd door een van de echtgenoten, als het overlijden een gevolg is van een ongeval na het huwelijk of als het overlijden te wijten is aan een beroepsziekte. Als een periode van wettelijke samenwoonst aan het huwelijk voorafgaat, zal die ook meetellen om aan de voorwaarde te voldoen.
  • Geen vervangingsinkomen (bijvoorbeeld werkloosheidsvergoeding of ziekte-uitkering) en beroepsactiviteit, behalve de wettelijk toegelaten arbeid. 
  • Sinds 1 januari 2007 is een beperkte cumul mogelijk tussen het overlevingspensioen en een werkloosheids- en/of ziekte-uitkering of stelsel ‘werkloosheid met bedrijfstoeslag’ (brugpensioen), alsook met een uitkering wegens loopbaanonderbreking, tijdskrediet en verminderde prestaties.

Je overleden partner was al gepensioneerd?

Dan moet je geen aanvraag indienen. De gemeente stuurt een overlijdensattest door. Het overlevingspensioen zal je ambtshalve worden toegekend vanaf de maand die volgt op de maand van het overlijden. Als je op dat ogenblik zelf nog beroepsactief bent of als je niet samenwoonde met je partner (bijvoorbeeld bij feitelijke scheiding), moet je wél een aanvraag indienen.

Je overleden partner was nog beroepsactief?

In dat geval moet je je overlevingspensioen aanvragen bij je gemeentebestuur. Doe je dat binnen de twaalf maanden, dan krijg je het overlevingspensioen met terugwerkende kracht toegekend vanaf de maand dat je partner overleden is.

Cumuleren

Op pensioengerechtigde leeftijd kan je je rustpensioen beperkt cumuleren met het overlevingspensioen. Daarvoor is wettelijk een cumulatieplafond bepaald. Doorgaans is een cumul mogelijk tot 110 % van het bedrag van het overlevingspensioen voor een volledige loopbaan. Het eigen rustpensioen wordt altijd eerst uitbetaald. Het cumulatieplafond wordt verminderd met dat rustpensioen: hetgeen dat rest, is het bedrag van het overlevingspensioen.
Je mag ook een inkomen hebben uit arbeid, maar daarvoor gelden maximumbedragen. Deze grensbedragen worden jaarlijks geïndexeerd. Wanneer je beroepsinkomen  hoger ligt, volgt er een sanctie. Het bedrag van je overlevingspensioen wordt dan met hetzelfde percentage als de overschrijding verminderd. Als je ouder bent dan 65 jaar of 45 loopbaanjaren hebt, mag je echter onbeperkt bijverdienen. 

Begrafenisvergoeding

Als langstlevende echtgenoot heb je ook recht op een begrafenisvergoeding als je partner werkzaam was in de overheidssector (statutair). Die is gelijk aan het maandbedrag van het laatste rustpensioen, rekening houdend met een maximumbedrag.