Invoering van het capaciteitstarief is nu echt een feit!

Het werd al een aantal keer aangekondigd, maar op 01 januari ’23 is het capaciteitstarief echt een feit en zal de manier waarop de nettarieven (distributiekosten) worden aangerekend aan de elektriciteitsverbruiker definitief veranderen. Dan wordt deze immers niet alleen meer berekend op basis van het elektriciteitsverbruik, maar ook op basis van piekverbruik. Een uitgebreid artikel over de invoering van het capaciteitstarief verscheen reeds eerder op het jaar in onze nieuwsbrief en kan je hier terugvinden.

Met OKRA willen we toch nog een aantal bezorgdheden extra uiten:

  • Simulaties die in het verleden uitgevoerd werden, tonen aan dat zo’n 40% van de Vlaamse gezinnen hun jaarfactuur zal zien stijgen door het capaciteitstarief. OKRA deelt bovendien de bezorgdheid van armoedeorganisaties dat het vooral de kwetsbare gezinnen zullen zijn (alleenstaanden, éénoudergezinnen, …) die het kind van de rekening worden. Zeker als je weet dat velen van hen juist te veel verdienen om in aanmerking te komen voor het sociaal tarief (waarbij geen capaciteitstarief wordt aangerekend).
  • Pas tegen 2029 moeten alle gezinnen en KMO’s in Vlaanderen over een digitale meter beschikken. Tot dan heeft Fluvius dus tijd om de uitrol van deze meter tot een goed einde te brengen. En zolang er nog gezinnen en KMO’s zijn die over een analoge meter beschikken, zijn er ook twee verschillende manieren om het capaciteitsarief te berekenen. Met een digitale meter hangt het capaciteitstarief af van het maandpiekverbruik (min. 2,5 kW). Verbruikers die nog over een analoge meter beschikken betalen wat het capaciteitstarief betreft de minimumbijdrage (2,5 kW) als vast maandelijks bedrag. Alle andere netkosten betalen zij ops basis van (extra) verbruik, wat het lagere vaste bedrag zou moeten compenseren. De VREG (Vlaamse Regulator voor de Elektriciteits- en Gasmarkt) maakt zich dan ook sterk dat er geen discriminatie zal zijn tussen energieverbruikers met een digitale meter en verbruikers met een analoge meter. Wetenschappelijke gegevens hierover zijn echter nauwelijks tot niet beschikbaar.
  • Wie reeds een digitale meter heeft, zou zelf de regie over het eigen elektriciteitsverbruik in handen kunnen nemen. Dit houdt echter in dat mensen zelf aan de slag gaan met hun digitale meter en digitale apps (applicaties). Niet digitaal-vaardige mensen lopen hierdoor tegen de digitale kloof aan en blijven in de kou staan. Initiatieven vanuit de netbeheerder of de energieleveranciers om hieraan tegemoet te komen zijn er zo goed als niet.
  • Om via de digitale meter het verbruik optimaal te kunnen spreiden, zou je als consument moeten beschikken over zgn. ‘slimme huishoudapparaten’. Dit zijn elektrische en elektronische toestellen die in staat zijn om met de digitale meter te communiceren. Hierdoor kunnen deze apparaten automatisch geprogrammeerd worden om te werken wanneer jouw piekverbruik gunstig is. Deze slimme toestellen beschikken over bluetooth of wifi, zijn vaak nog duur in aanschaf en zijn kwetsbaar (kunnen ‘gehackt’ worden van buitenaf). Naast een potentieel veiligheidsrisico bij deze toestellen, zijn het dus vooral de kapitaalkrachtigere gezinnen die maximaal voordeel zullen lijken te halen uit de werking van de digitale meter.

Vlaams minister van Energie, Mevr. Zuhal Demir, heeft in het verleden reeds haar bezwaren geuit tegen deze beslissing van de VREG). Het gemak waarmee deze instantie de bezwaren van de minister onder tafel veegt, is verbijsterend. Er loopt momenteel trouwens een bezwaarprocedure van de minister tegen deze beslissing bij het Hof van Beroep. Zij is niet alleen voorstander van een latere invoeringsdatum, maar wil bovenal naar een veel rechtvaardiger systeem, iets wat we met OKRA alleen maar kunnen onderschrijven.

OKRA is er zich ter dege van bewust dat we met de samenleving een omslag moeten maken en dat het voor ons klimaat essentieel zal zijn om af te kicken van fossiele brandstoffen. Een bewuster omgaan met onze energie hoort daar zeker bij, maar laten we dit dan doen op een manier die écht duurzaam is: niet alleen ecologisch, maar ook op vlak van economie en sociale rechtvaardigheid.